Een aantal keer per jaar tart mij De Droom. Hij gaat zo.
Ik zit in de trein, bepakt, bezakt en bezweet, want ik ga naar Oostenrijk/Londen/Kootwijkerbroek en aangezien ik mijn schoenen maar niet kon vinden, heb ik het juist op het nippertje gehaald. Plotseling doemt voor het raampje de Grossglockner/Big Ben/Puurveense molen op, diepzwart afstekend tegen de schitterendste zonsondergang die ooit het ondermaanse heeft gekruist. Ik grijp naar mijn camera.
Er is geen camera.
Ik zal het u maar eerlijk zeggen: ik lijd aan een spiegelreflex. Op feesten, partijen, vakanties en fuiven ga ik steevast getooid met mijn Nikon om mijn nek. Steekt er een wolf over? Zakt de taart in? Mijn derde oog heeft al geknipperd. Het is een reactie die sterker is dan ik – een innerlijke drang om vast te leggen, tastbaar te maken, een hengsel aan te hechten om door de tijd te kunnen dragen.
Het gevaar dreigt soms de foto met de herinnering zelf te verwarren. Herinneringen echter zijn de negatieven van de werkelijkheid en liggen in de donkere kamers van je hoofd te wachten op ontwikkeling. In dit labyrint van memorie is een foto niet meer dan een schrale bibliothecaresse, die over haar halve brilletje gluurt en je met dorre wijsvinger de weg wijst: langs de wenteltrappen van je geheugen omlaag, de galerijen van vage kennissen door, over ezelsbruggetjes en denksteuntjes richting de duizenddeurige hippocampus.
En daar blijft het vaak ook bij. Beeld is een starre dame, die zelf blijft zitten terwijl jij door de doolhof dwaalt. Gelukkig heeft het geheugen nog meer personeel in dienst, dat alleszins bereid is een stapje extra te zetten. Met Geur als gids en Smaak als suppoost krijg je niet alleen toegang tot de diepst troonzalen van je herinnering – je wordt er zelfs als een eregast binnen gevoerd.
De Franse schrijver Marcel Proust kon daarover meepraten. In zijn roman ”Op zoek naar de verloren tijd” beschrijft hij hoe de verteller na lange tijd weer eens een madeleinecakeje eet. Met de smaak van het gebakje op zijn tong komen plotseling allerlei vergeten herinneringen los, die hem terugvoeren naar het dorp van zijn jeugd alsof hij er nooit is weggeweest.
Geur, smaak en geluid hebben de merkwaardige eigenschap om ons volledig terug te brengen in een herinnering waarvan we het bestaan misschien zelfs vergeten waren. Je geheime hut tussen de rododendrons. Moddersoep maken van kiezels en coniferen. De details die we onbewust in ons opnemen, komen in onze herinnering soms het krachtigst terug. Maar kun je je geheugen zo eigenlijk ook gericht een handje helpen?
Wikipedia noemt het bestaan van een machineprototype voor het vastleggen van geuren. Het apparaat, dat toepasselijk ”de Madeleine” is gedoopt, kan met behulp van een glazen stolp, een luchtslang en een filter de specifieke odeur van, laten we zeggen: een Frans cakeje, analyseren, waarna het in een laboratorium kan worden gerecreëerd. Zo heb je altijd je eigen Proust-ervaring op zak. Wordt dit de nieuwste trend op bruiloften en jubilea? „Schat, heb jij de scentograaf al geregeld?” In gedachten zie ik de expert al bezig met het verzamelen van kruimels bruidstaart, ballonnenflubbertjes, boeketrozen en bezwete overhemden, die je, na vier weken en een forse rekening, thuisgestuurd krijgt in de vorm van een kristallen verstuiver. Zelf zou ik ’m, denk ik, niet boeken. Geef mij maar de schok van het onverwachts heugen, de vleugjes vroeger en glimpen van ooit. Want zeg nu zelf: is het niet heerlijk om af en toe door het leven verrast te worden? Om in geval van nood te kunnen zeggen: Daar heb ik geen actieve herinnering aan?
Deze tekst is eerder verschenen in het RDMagazine van 26 juni 2021.
Comentarios